Nolin Uitgevers heeft in het eerste kwartaal van dit jaar het magazine voor Stichting Veiling Onderwijs uitgegeven. Met trots presenteert Nolin Uitgevers in totaal tien artikelen uit het blad, dat begin dit jaar is verschenen.
Artikel 1
Verbinding is de
brug tussen mensen, nodig voor een veilig school- en thuisklimaat.
Als mens mag eenieder er op deze wereld zijn, om zichzelf
te zijn.
Als ouder mag je je kind opvoeden om te zijn wie het mag
zijn.
Scholen mogen hun leerlingen begeleiden naar
volwassenheid en te leren dat de leerling er mag zijn om wie hij/zij is.
Daar horen allerlei facetten bij, zoals emoties. Emoties
mogen er zijn en hebben we nodig om te zijn wie we zijn. Ook hebben we emoties
nodig om te verbinden, om contacten met elkaar te hebben, om elkaar te
begrijpen en om met elkaar samen te werken.
Emoties bestaan uit de vier B’s: Bang, Bedroeft, Blij en Boos.
Als deze emoties in balans zijn, kunnen we met elkaar op
een goede manier omgaan en is de verbinding tussen mensen goed. Dan kunnen we
elkaar troosten als dat nodig is, maar we hebben ook respect en waardering voor
elkaar en dan is er vertrouwen.
Als we een goede verbinding met elkaar hebben, horen daar
geen oordelen bij, maar waardering, respect en vertrouwen.
We mogen elkaar wel feedback geven. Feedback is een
boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Je moet -opbouwende-
kritiek op elkaar kunnen hebben.
Feedback is onmisbaar als je met anderen samenwerkt. Feedback
leert ons hoe we onszelf kunnen herstellen, om weer te kunnen zijn wie we mogen
zijn. Door feedback mogen we van elkaar leren.
Soms gebeurt het dat de emoties de boventoon voeren. Dat
gebeurt vaak met boosheid.
Als we kijken naar het afgelopen jaar, zien we deze B veel voorbij komt in onderwijsland.
De verhoudingen raken daardoor uit balans en het belang
van samenwerken wordt vergeten. Dat maakt dat mensen kunnen overgaan tot
oordelen en veroordelen, waardoor een breuk in de verbinding ontstaat die kan
leiden tot een onveilige situatie.
Als we verbinding maken met elkaar, hebben we respect en
waardering voor elkaar. Het veroordelen van elkaar hoort daar niet bij.
Daarom spreken wij dan ook de wens uit dat u en de
kinderen zich met elkaar verbinden om elkaar te begrijpen, om van elkaar te
leren en er voor elkaar te zijn.
Wij willen doorgaan met verbinden tussen alle betrokkenen
in het onderwijs, en samen met u zoeken naar balans om die verbinding tot stand
te brengen en te houden met elkaar. Mensen kunnen immers niet zonder elkaar.
Verbinding met elkaar: de brug naar een veilig school- en
thuisklimaat.
Daar wordt iedereen gelukkig van en daar gaan wij voor.
U toch ook?
Artikel 2
De People Help The People
Award 2015
Ook dit jaar heeft de
commissie Iedere Dag Veilig Onderwijs van Stichting Veilig Onderwijs de People help
The People Award uitgereikt. De keuze van de commissie
is gevallen op Neomi Lotte.
Docent Nederlands Neomi
Lotte van het Oranje Nassau College in Zoetermeer, heeft op vrijdag 4 december
2015 uit handen de commissieleden van de commissie Iedere Dag Veilig Onderwijs Gerard
en Ingrid van Beelen, op haar school en in het bijzijn van haar hele team, een
award gekregen voor haar grote inzet tegen pesten op school.
Artikel 3
Het
gezin als bindmiddel
Thuiskomen
doe je elke dag……
Als je aan thuiskomen
denkt, denk je aan veiligheid en vertrouwen.
Hoe de
onderlinge band en betrokkenheid naar elkaar wordt gedeeld bepaalt grotendeels
hoe het met het welzijn in het gezin is gesteld. Er kunnen tal van oorzaken
zijn die de spanningsdruk op het gezin tijdelijk of langdurig in stand houden.
Vaak wordt er door onterechte schaamte te laat aan de bel getrokken, ( “de
vuile was hang je immers niet buiten de deur” ) waardoor problemen zich onnodig
opstapelen. Ons advies is dan ook hoe eerder hoe beter hulp in te schakelen om
de balans op tijd te herstellen. Een veilige haven geeft de broodnodige
veerkracht om (werk)stress en pesterijen op school aan te kunnen. Als je als
volwassene en als kind (tenslotte zijn we allemaal mensen) in alle rust je
verhaal kan doen, kan er ook naar oplossingen gezocht worden.
Werk met de drie V’s
·
Veiligheid
·
Vertrouwen
·
Vrede
Zijn deze gewaarborgd, dan
pas kan er aan een probleem zoals bijvoorbeeld ‘pesten’ worden gewerkt.
De
10 tips van gezinscoaches Dorien de Vries en Jolande ter Borg
Kinderen 6 – 12 jaar
Tip 1
Kies je opvoedstijl:
Sturend opvoeden met
belonen en straf
Laat de kinderen maar
begaan (rijpen)
Sturend opvoeden met
toelichting en uitleg ( vaak meest wenselijke opvoedstijl)
Tip 2
Kenmerken van een hecht
gezin:
·
Ouders en kinderen regelmatig samen
activiteiten ondernemen
·
Ze deelgenoot zijn van elkaars vreugde en
verdriet
·
Kinderen bijdragen aan het draaiend houden
van het gezin
·
Ouders eensgezind zijn in regels waaraan ze
de hand houden
Tip 3
Wat hebben broers en
zusjes aan elkaar?
·
Omgaan met agressie: ruzies zijn niet
definitief
·
Saamhorigheidsgevoel, ondanks alle
rivaliteit
·
Jonge kinderen trekken zich op aan oudere
·
Leren inzien waarin je je kunt onderscheiden
·
Wisselende rollen ten opzichte van elkaar
Tip 4.
Kinderen kopiëren vaak het
gedrag van de ouders en hun omgeving. Maak kinderen bewust van welk gedrag past
en welk gedrag niet past bij het kind. Dit betekent ook dat je als
ouders bewust moet zijn van je kracht in de voorbeeldfunctie.
Tip 5.
Meehelpen in huishouding,
koken of tuinieren komt de persoonlijkheidsvorming van kinderen ten goede.
Taken verdelen en kinderen eigen verantwoordelijkheid geven.
Tip 6
Zorg voor een
‘kwaliteitsuurtje’ (een rustpunt) op de dag met de kinderen.
Bijvoorbeeld hiervan kan
ook zijn om vlak voor het naar bed gaan een verhaal vertellen of voorlezen.
Voordeel hiervan is dat er een natuurlijke overgang wordt gecreëerd van de
drukte van de dag en de rust van het slapen gaan. Het kind traint zich te
concentreren en te luisteren.
Tip 7
Gebruik bij weerstand van
een kind het spiegelend communiceren, maak hier een gewoonte van en maak geen
onderscheid bij de andere kinderen van het gezin. Met spiegelend communiceren
laat je het kind zelf met de oplossing komen waardoor er draagvlak ontstaat.
Voorbeeld:
Kind: Ik ga vandaag niet
naar school!!!
Volwassene: Je gaat
vandaag niet naar school….Wat is er aan de hand?
Probeer door te vragen tot
het kind zelf met het antwoord/de echte reden komt……..
Tip 8.
Leer je kind mensenkennis
·
Wat gaat er in de ander om?
·
Waartoe is de ander in staat?
·
Hoe zal hij of zij zich gaan gedragen?
·
Wat speelt zich tussen mensen af?
·
Wat is de invloed van situaties?
·
Waarom doen mensen niet wat zou moeten?
Tip 9.
Vraag elkaar feedback in
het gezin, zowel als ouders en als kinderen.
·
Kies een rustig moment aan de eettafel of
op een avond in de vakantie.
·
Bespreek van ieder gezinslid een eigenschap
die je leuk vindt en een eigenschap die je minder leuk vindt?
·
Luister naar elkaar en laat elkaar
uitpraten zonder te oordelen of in de verdediging te gaan.
·
Stimuleer de positieve eigenschappen
·
Vraag de persoon zelf hoe hij/zij de minder
leuke eigenschap kan verbeteren
Tip 10.
Hoe kun je je stemming positief
beïnvloeden
·
Je eigen keuze durven maken geeft juist zelfvertrouwen
b.v.
door te gaan sporten
·
Afspraak met vrienden te maken
·
Koken voor de familie
·
Hulp geven of vragen bij een moeilijke schoolopdracht
·
Het negeren van pesters
Auteurs:
Dorien de Vries –
Gezinstherapeut
Jolande ter Borg –
Adviseur Gezinscommunicatie
Artikel 4
Talentenkompas
is een meetinstrument dat verder kijkt dan alleen intellectuele vermogens of
feitelijke kennis van leerlingen. Het meetinstrument is ontwikkeld door
psychologen van iScreen, een psychologisch adviesbureau gespecialiseerd in de
ontwikkeling van online assessment. Talentenkompas voldoet aan
wetenschappelijke standaarden en bevat COTAN geregistreerde vragenlijsten op
het gebied van persoonlijkheid, affiniteiten en sociaal emotioneel welbevinden.
Talentenkompas
is ontwikkeld voor leerlingen in groep 7 en 8 van de basisschool. Het geeft
zicht op het geheel van intellectuele capaciteiten, talenten, interesses en het
sociaal emotioneel welbevinden van een leerling. De belevingswereld en het
perspectief van het kind zelf staan hierin centraal.
De
rapportage biedt leerkrachten, ouders en de leerling (zelf)inzicht in alle
aspecten die een rol spelen bij de ontwikkeling van het kind. Elk kind is
uniek. Dat is het uitgangspunt van Talentenkompas. Door de focus op unieke
karakteristieken en talenten wordt de leerling bekrachtigd in zijn/haar
mogelijkheden.
De Talentenkompas
afname bestaat uit twee blokken. In het eerste blok maken leerlingen zeven capaciteitentests.
In het tweede blok worden drie persoonlijkheidsvragenlijsten ingevuld. Dit
gebeurt volledig online. Het invullen van de tests en vragenlijsten duurt
doorgaans twee lesuren.
Aansluiten
bij de leerling
Talentenkompas
helpt leerkrachten bij het vinden van een goede aansluiting op de mogelijkheden,
behoeften en kenmerken van de individuele leerling in de klas. Het instrument
biedt waardevolle informatie bij vragen zoals: “Wat is het leervermogen van een
leerling? Welke interesses heeft de leerling en welke lesmethode zou hier op aan
kunnen sluiten? Waar is de leerling goed in en waar liggen zijn/haar talenten?
Daarnaast
geeft de meting van het sociaal emotioneel welbevinden een indicatie van de
sociale veiligheid die een leerling op school ervaart. De resultaten in het
rapport geven antwoord op vragen als: “In hoeverre voelt de leerling zich prettig
in de klas, in de relatie met leerkracht en klasgenoten? Hoeveel steun ervaart
de leerling thuis? Hoe zit de leerling in zijn/haar vel?”
Brugklas
indicatie
In de Talentenkompas rapportage wordt op
basis van de intellectuele capaciteitentests een indicatie gegeven voor de best
passende vervolgopleiding. Het is bedoeld om leerkrachten (en ouders) te
ondersteunen bij het maken van een goed gefundeerde brugklas keuze. Daarnaast maakt
de rapportage factoren inzichtelijk die bepalend zijn bij het waarmaken van het
brugklas niveau, zoals de leer- en werkhouding van de leerling, geloof in eigen
kunnen en sociaal emotioneel welbevinden.
De
holistische benadering van de leerling maakt Talentenkompas tot een zeer
waardevol en uniek meetinstrument.
Artikel 5
Overheid moet meer doen voor onderwijs en zorg
vluchtelingenkinderen
De Tweede Kamer wil dat
scholen die lesgeven aan vluchtelingenkinderen niet één maar twee jaar
aanspraak kunnen maken op extra geld om dit onderwijs van te betalen. Ook vindt
ze dat deze scholen op een vast bedrag per leerling moeten kunnen rekenen –
9000 euro - in plaats van dat ze hierover met het ministerie van Onderwijs
moeten onderhandelen.
De Kamer, die hierover
woensdag debatteerde, schaarde zich daarmee achter de PO-Raad. Per brief had
zij het kabinet en de Tweede Kamer dinsdag opgeroepen schoolbesturen snel
financiële zekerheid te geven en te garanderen dat het Rijk de kosten betaalt.
Op dit moment wachten veertig schoolbesturen om uitsluitsel over hun verzoek om
extra geld.
Ook riep de PO-Raad op zo
snel mogelijk een einde te maken aan het zeulen met vluchtelingenkinderen. Zij
zijn genoodzaakt in korte tijd soms zes keer van opvanglocatie te veranderen.
‘Het gebrek aan rust en regelmaat verergert reeds bestaande trauma's. Door de
enorme fluctuaties in het aantal leerlingen dat hierdoor ontstaat, is het voor
scholen en hun besturen vrijwel onmogelijk onderwijs in te richten dat van
goede kwaliteit is’, aldus voorzitter van de PO-Raad Rinda den Besten in de
brief.
De Wet werk en zekerheid,
die paal en perk stelt aan het aantal tijdelijke contracten dat een leraar mag
krijgen, maakt dat extra moeilijk. Scholen die werkloze en pas afgestudeerde
leraren in dienst willen nemen om de plotselinge toestroom van vluchtelingenkinderen
goed op te vangen, lopen het risico deze in vaste dienst te moeten nemen. Dit
terwijl de vluchtelingenkinderen naar verwachting over twee jaar weer zijn
vertrokken of op een andere school zitten. Dat is onbetaalbaar voor scholen.
Andere leerlingen zijn daarvan de dupe. Scholen worden ook hierdoor huiverig om
kinderen op te vangen.
De oplossingen waarmee
het kabinet komt, zijn maar kleine oplossingen voor een veel groter probleem,
benadrukte Den Besten eerder die dag tegen Radio 1. Zo wil het kabinet op
opvanglocaties leslokalen inrichten, maar kan een goed onderwijsprogramma ook
dan simpelweg niet op gang komen als kinderen zo vaak moeten verhuizen, zei ze.
Verrast
In het debat toonde
staatssecretaris Sander Dekker zich verrast over de zorgen van de Tweede Kamer
en PO-Raad. De bewindsman stelde niet op de hoogte te zijn van de financiële
onzekerheid bij scholen en hun besturen. Dekker vindt het verder niet nodig om
scholen langer dan een jaar geld te geven voor onderwijs aan vluchtelingenkinderen.
Melden
Scholen die in de knel
komen met hun financiën bij het organiseren van goed onderwijs voor
vluchtelingenkinderen kunnen zich nog steeds melden bij het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Neem daarvoor eerst contact op met Mark
Ruitenbeek van de PO-Raad.
Bron: PO Raad
Artikel 6
Column
Het gezinsleven van deze
tijd?
Wat vooraf ging:
Casus: Kind ophalen van
de BSO.
Het was dinsdagmiddag
rond een uur of vijf. Mijn hondje moest er nodig uit.
Ik liep langs de school in
mijn buurt.. In dat gebouw is ook een BSO gehuisvest. Mijn aandacht werd
getrokken door een boze vrouwenstem.
Het geluid kwam vanuit
het gebouw. Een moeder, zo bleek, kwam haar zoontje ophalen. Een kereltje van
een jaar of zes. De moeder zag er oververhit uit. Ze sleurde het kind bijna
achter zich aan naar het hek van de
school en haar geparkeerde auto.
Ik zag dat de jongen iets
van een tekening in zijn hand had. Hij probeerde het aan zijn moeder te laten
zien. ‘Mama, mama, kijk dan, mama!
‘Houd je bek dicht en ga
zitten’, was haar antwoord. ‘ Geen tijd nu ja! Ik moet zo nog koken ook.
Verdorie houd je smoel dicht!’
De jongen huilde.
Ik zag hoe de vrouw de
jongen oppakte en op de achterbank smeet. De jongen krijste nu.
Ze gaf hem een klap in
zijn gezicht en schreeuwde: ‘Zie je dan niet hoe moe ik ben! Dat gezeik van jou
kan ik er nu niet bij hebben, dus kappen nou! Ophouden zeg ik!’
Hierop gooide ze met een
smak het portier van haar auto dicht en scheurde weg.
Dit tafereel sneed door
mijn ziel. Ik zag een vermoeide moeder die haar frustraties op haar kind afreageerde.
Haar kind die al een hele schooldag achter de rug had, net zoals zij een hele
werkdag achter de rug had, en haar nodig had.
Zonder zich misschien bewust
te zijn had ze hem met haar gedrag diep gekwetst.
Een kind van die leeftijd
kan niet weten dat zijn moeder moe is, maar mag wel van zijn moeder verwachten
dat zij luistert naar hem.
Twee dagen later liep ik
weer met mijn hond op die stoep en zag ik een man die,
vermoedelijk zijn dochtertje, bij dezelfde BSO, ophaalde. Het meisje liep aan zijn hand naar
de auto. Ze kon de grote stappen van haar vader nauwelijks bijhouden. Ook hij
snauwde naar zijn kind dat ze door moest lopen, want mama wachtte thuis. Wel
nam hij de tijd het meisje rustig in zijn
auto te laten stappen en hij hielp haar met de autogordel.
Plotseling schoot zijn
wijsvinger naar voren en siste: ‘Nu wil ik de hele weg niets van je horen, want
papa heeft vandaag de hele dag hard gewerkt en is moe. Thuis praten we verder.’
Ik zag dat hij in zijn
auto stapte en wegreed.
Natuurlijk zie ik ook wel
eens ouders die lief en geduldig met hun
kind omgaan. Ook als ze moe zijn, maar het gaat mij om die twee verontrustende
voorbeelden.
Ja voorbeelden, want de
praktijk leert dat het wel heel vaak zo toegaat tegenwoordig.
Is dit het gezinsleven van
deze tijd, of kan het anders?
En hoe was het vroeger?
Kunt u ons hierover meer
vertellen? Schrijf ons!
Artikel 7
Delen van wijsheid is
de opmaat naar respect
Woorden wekken voorbeelden trekken
| Goed voorbeeld doet goed volgen
In dit artikel wil ik aandacht
vragen voor de deugd wijsheid. Wijsheid is onder andere het
vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht, tussen
goed en kwaad wat er toe doet en wat niet. Er wordt binnen het onderwijs veel
aandacht geschonken aan de deugd respect. Maar je leest weinig over de deugd
wijsheid. Vandaar mijn pleidooi voor meer wijsheid. Respect of anders gezegd;
gezag komt namelijk voort uit wijsheid.
Onlangs las ik een intrigerend interview uit 2013 met de
HAN(Hogeschool Arnhem en Nijmegen) voorzitter, dr.Kees Boele. Enkele citaten uit
dit interview: “We heten hoger onderwijs, niet hogere opleidingen, toch? Ik wil
dat we terug durven gaan naar het hart van het onderwijs. Een echte renaissance
is voor mij aan de orde en dat woord zegt het al: een wedergeboorte, waarin we
terug gaan naar de bronnen van wat goed onderwijs is. Het woord ‘onderwijs’
geeft ons de richting al aan, vind ik. Het woord wijsheid zit erin. Gezag wekt
respect bij studenten. Wijsheid en kennis legitimeren dit voor hen.” Dit jaar
verscheen hierover een lezenswaardig boek van zijn hand: Onderwijsheid. Terug naar waar het echt om
gaat.
Voldoende
voorbeelden
In onze over-informatieve en multiculturele
samenleving hebben we alleen aan kennis niet voldoende. Naast kennis hebben
leerlingen wijsheid nodig. Zeg maar, onderscheidingsvermogen. Er komt veel op
onze jongeren af. Leerlingen hebben leraren nodig die hen in deze informatieve-
en multiculturele maatschappij richting wijzen en leren te filteren waar het
echt op aan komt en wat er echt toe doet. Hoe je omgaat met zoveel informatie
en meningen en mensen. Anders hebben we veel informatie en weinig kennis, veel
meningen maar weinig principes, veel gevoelens en weinig overtuigingen.
Klassen zijn zeer geschikte ruimtes om te
experimenteren en wijsheid aan te leren. Jongeren zijn nieuwsgierig en weet- en
leergierig. Laten we daar gebruik van maken. Klassen zijn kleine afspiegelingen
en dwarsdoorsneden van de samenleving. Allerlei situaties in de klas bieden
aanknopingspunten om de deugd wijsheid ter sprake te brengen. Het ligt voor het
oprapen.
Jonge
en oudere ervaren docenten
Belangrijk om binnen het docententeam een goede mix
te hebben van jonge en oudere docenten. Jonge docenten kunnen heel wat leren
van de oude en ervaren docenten voor wat betreft hun opgedane ervaring. Andersom
overigens ook. Zij hebben met vallen en opstaan geleerd hoe het moet en niet
moet. Laten jonge beginnende docenten hier hun voordeel meedoen. Zorg als
schoolleiding dat er ruimte is voor wederzijds lesbezoek. De jonge docent
bezoekt een les van de oudere ervaren docent en andersom. Vorm de jonge
generatie docenten in wijsheid (Prudentia: Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid) Creëer
mogelijkheden zodat jonge docenten advies kunnen vragen aan oudere docenten.
Gepensioneerden –
vaten vol ervaring
Betrekt gepensioneerde docenten, voor zover dat mogelijk
is, hierbij. Gepensioneerde docenten zijn vaten vol levenswijsheid en levenservaring.
Benut deze expertise en ervaring. Jonge docenten kunnen er hun winst mee doen
en groeien zodoende in wijsheid voor de klas.
Delen van wijsheid
| van docent naar leerling
Docenten die zelf gevormd en gegroeid zijn in de deugd
wijsheid, fungeren als rolmodel voor de leerling. Zij dragen (on)bewust hun
identiteit over aan de jonge generatie. Is de leraar eerlijk, durft hij zich
kwetsbaar op te stellen, is hij beschaafd, weet hij maat te houden en is hij rechtvaardig
in zijn optreden? Hoe ga je als docent om met je leerling? Wat is ethische
kompas? Heb je oprecht aandacht voor ze? “Jongeren onderwijzen veronderstelt op
de eerste plaats: meevoelen. Ook binnen de klas leren samenleven op een
menselijke manier” aldus Jezuïet Jean de Bruyn. Welke wijsheden wil je als
school, als docent overdragen. ‘De mens
wordt mens enkel en alleen door het onderwijs. Hij is niet meer dan wat het
onderwijs van hem maakt. Het is van belang te onderstrepen dat de mens altijd
onderwezen wordt door andere mensen die op hun beurt eveneens onderwijs hebben
ontvangen van weer andere mensen.’ Immanuel Kant, Duitse filosoof (1724-1804)
Leerlingen hebben dringend behoefte aan docenten met
kennis, maar alleen dat is niet voldoende. In het onderwijsblad Didactief las
ik een interview met onderwijspedagoog Gert
Biesta over zijn boek ‘Goed Onderwijs en de cultuur van het meten. Ethiek,
politiek en democratie’; het volgende. Er zijn drie doelen: “Ten eerste het terrein van de
kwalificatie, de overdracht en verwerving van kennis en vaardigheden. Maar het
onderwijs is meer. Het gaat ook om socialisatie – de manier waarop het kind
zich leert verhouden tot tradities en praktijken, en om subjectivering – hoe
wordt een kind een eigen individu, een persoon die in onze democratie kan meedoen.”
Naast kennisoverdracht is de overdracht van levenswijsheid voor docenten
onmisbaar. Geleerd door vallen en opstaan. Geleerd door te vragen. Geleerd door
aandachtig te luisteren naar de oudere en door het leven gevormde
(gepensioneerde)docent.
Gezag wekt respect
Het onderwijs heeft
dringend behoefte aan zulke richtingwijzers. De Spaanse filosoof en schrijver
Fernando Savater (1947) heeft het wel heel pathetisch verwoord: ‘Voorop staat dat ik van alle werkende mensen
de leraren – de schooljuffen, schoolmeesters, ja alle docenten – beschouw als
de meest noodzakelijke, de meest heldhaftige, de meest grootmoedige en de meest
beschavende van allen die zich dagelijks inspannen om in de behoeften van een
democratische samenleving te voorzien.’
Directies kunnen daar een sturende
en faciliterende rol in vervullen. Leerlingen zullen hierdoor groeien in
wijsheid. Maar zullen ook gezag geven aan hun docent, ook al is deze nog jong.
En gezag wekt respect. Wijsheid en kennis legitimeren dit voor hen. Leerlingen
groeien in wijsheid door deze praktijkvoorbeelden. (= docenten). Kennis en
wijsheid zijn dan aanwezig in de klas. Een ideale combinatie.
Nederland wijzer maken
De Bond tegen Vloeken
heeft als slogan: Nederland mooier maken! Voor dit artikel wil ik het even
anders zeggen: Nederland wijzer maken! De school is een plaats bij uitstek om
dit te beoefenen. Elke dag. Directie, ondersteunend en onderwijzend personeel.
Iedereen kan ingezet worden. Wat een voorrecht als je op een school zit als
leerling en werkt als docent waar aandacht is voor wijsheid. Dan volgt respect
als vanzelf. We hebben er dringend behoefte aan! ‘Een kind is niet een lege fles die moet worden gevuld, maar een smeulend
vuurtje dat moeten worden aangewakkerd.’ MIchel
MontaIgne, Franse filosoof, schrijver en politicus (1533-1592)
Wijsheid is een kardinale
deugd. Wijsheid leert waar het in het leven echt op aan komt. Leert onderscheidingsvermogen.
Geeft inzicht door kennis. Leert verbanden zien. Leert filteren in de brij van
informatie. Leert maat te houden en nederigheid. Leert rekening te houden met
de ander. Leert te zien dat je verantwoordelijk bent voor jezelf en de ander.
Dat je samen werkt aan een rechtvaardige wereld. Wijsheid kun je leren. Door
open te staan voor de ander. Te luisteren en vooral vragen te stellen. Wat een
mooie en uitdagende taak om met jongeren te mogen werken. Wat hebben we
toch een prachtig beroep! Een voorrecht.
De bedelmonnik Franciscus
van Assisi zei: ‘Vrouwe
Wijsheid, een deugd met koninklijke waardigheid. Zij is ‘kenmerk van het ware [leven]’.
Auteur:
Sjors van der Kraan
Commentaar SVO:
Met dank aan Sjors van der Kraan dat hij dit artikel
heeft ingebracht.
De leerkracht heeft een rolmodel. Dat is het geven van
het goede voorbeeld in zijn/haar gedrag naar iedere leerling. Mocht een
leerling zich misdragen, is het aan de leerkracht hoe hij/zij daar mee omgaat.
Wij wensen iedere leerkracht/docent heel veel succes.
Artikel 8
Goed zo!
Je hebt een fout gemaakt!
Een
veiliger klimaat door een positieve houding ten opzichte van fouten
Door: Anne-Minke Hiemstra
“Juf, ik
heb het verkeerd gedaan!” De vierjarige kleuter Joost heeft zojuist ontdekt dat
hij een fout heeft gemaakt in zijn werk. Hij zit met afhangende schouders op
zijn stoeltje en kijkt mij ontdaan aan. Hij geeft mij het gevoel alsof voor hem
zojuist de wereld is vergaan.
Fouten
maken
Het is verwonderlijk om te zien hoe negatief
het maken van fouten door deze jongen wordt ervaren. Een gevoel dat met grote
regelmaat te zien is bij veel kinderen. Het maken van fouten lijkt bij hen aan
te voelen als een bestraffing. En dat terwijl het voor het kunnen leren van
belang is om fouten te maken. Je hoort niet voor niets regelmatig de
uitdrukking “Van fouten kun je leren.”
Het is daarom van goed om te weten hoe belangrijk
het maken van fouten is voor het leren van de leerling. Daarnaast is het goed
om te weten waar de angst voor het maken van fouten vandaan komt en welke
problemen dit veroorzaakt. Tot slot kijken we naar wat wij als volwassenen
kunnen doen om het maken van fouten tot een positieve ervaring te maken voor de
leerling.
Fouten
zijn belangrijk voor het leren
Leren doen we door deel te nemen aan
leeractiviteiten. We kiezen ervoor om deel te nemen aan deze leeractiviteiten,
omdat we nieuwe kennis en vaardigheden op willen of moeten doen. Deze leeractiviteiten
vinden overal plaats; thuis, op school, op het sportveld of op straat. Op het
moment dat je iets wilt kunnen wat je nog niet beheerst en je bereid bent om
daar wat voor te doen, sta je open voor nieuwe leeractiviteiten en kun je
leren.
Wanneer we deel nemen aan zo’n leeractiviteit, is
de kans groot dat er dingen verkeerd gaan en dat we fouten zullen maken. En dat
is bij leeractiviteiten juist goed.
We doen door het maken van deze fouten nieuwe
kennis op over hoe we een activiteit beter niet kunnen uitvoeren. Aan de hand
van deze ervaring kunnen we nieuwe ideeën opdoen over hoe we de activiteit op
een betere manier kunnen uitvoeren.
Wel is het hierbij van belang dat wij ons
bewust worden van de fouten die we maken. Worden we ons namelijk niet bewust
van wat er verkeerd gaat, dan gaat dit leermoment ongemerkt aan ons voorbij.
Bewust
worden van je fouten
Het bewust worden van onze fouten doen we door
de terugkoppeling die we daarop krijgen. Deze terugkoppeling kan spontaan zijn,
doordat we zien, horen, ruiken, proeven of voelen wat het resultaat is van onze
leeractiviteit. Denk aan het proeven van een aangebrand koekje. Je weet door de
smaak, kleur en geur dat hier iets niet goed gegaan is.
Daarnaast hebben we de doelbewuste
terugkoppeling. Dit is een terugkoppeling die bewust gegeven wordt door iemand
die jouw handelen heeft ervaren. Deze terugkoppeling is bedoeld om je te helpen
in je leerproces, zodat je beter wordt in de kennis of vaardigheden die jij
wilt leren (Hattie & Timperley, 2007; Wiggens, 2010; Wiggens, 2012).
De terugkoppeling over je fouten is belangrijk
om van de fouten te kunnen leren. De terugkoppeling over fouten is zelfs de
meest effectieve manier om te kunnen
leren (Hattie, 2009). Hier zit echter gelijk ook de crux van het verhaal, want
deze terugkoppeling brengt niet altijd positieve ervaringen mee.
Denk aan een negatieve terugkoppeling zoals
deze:
“Ik heb
het nog zo gezegd, nu doe je het weer fout! Zo gaat het natuurlijk nooit lukken.
Heb je liggen slapen of zo!”
Of “Stop maar! Ik doe het zelf wel. Dan gaat het
tenminste goed.”
Waar
komt de angst voor fouten maken vandaan?
Het openstaan voor de terugkoppeling vraagt van
een persoon dat hij zich kwetsbaar opstelt. Om je kwetsbaar op te kunnen
stellen heb je een veilig klimaat nodig. Een omgeving waarin je ervaart dat je
fouten mag maken en ervan mag leren.
Op het moment dat er verwijtend of afkeurend teruggekoppeld
wordt op fouten, is de kans groot dat de ontvanger zich gekwetst voelt. De
ontvanger zal zich dan afsluiten voor deze terugkoppeling en een beschermende
houding aannemen (Brown, 2013).
In de huidige maatschappij zijn er veel
organisaties en bedrijven die werknemers laten merken dat zij de prestaties van
hun werknemers goed genoeg of juist onvoldoende vinden. Dit doen ze door
bijvoorbeeld het maken van ranglijsten, becijferen of het geven van een
prestatiebonus. Het komt zelfs bij teamprestaties voor dat een enkel teamlid wordt
beloond, in plaats van de hele groep. Doordat de rest van het team niet wordt
beloond, ervaren zij dat hun aandeel in de teamprestatie niet goed genoeg is
geweest.
De
bedrijven en organisaties bedoelen het niet verkeerd, maar toch gebruiken zij
deze angst voor fouten. Ze gebruiken de angst en schaamte die mensen ervaren
wanneer ze iets verkeerd doen, om zo de mensen te motiveren beter hun best te
doen. Dit zorgt ervoor dat er geen veilig klimaat ervaren wordt binnen deze
bedrijven (Brown, 2013).
Ook op school en thuis komen situaties voor, waarbij
onbedoeld de angst om het minder goed te doen als stimulans gebruikt wordt bij leerlingen.
Kijk maar eens goed om je heen. Misschien herken je dan zelf al situaties
waarin gewerkt word met ranglijsten, becijferingen of een vorm van
prestatiebonussen bij leerlingen, waarbij er nadrukkelijk gekeken wordt naar
wie het meest bekwaam is. Of misschien ervaar je bij leerlingen onderling een
strijd om wie het beste is. Deze situaties brengen schade toe aan het veilige
klimaat waar we als leerkrachten en ouders zo hard aan werken.
De
gevolgen van de angst om fouten te maken
Ieder mens is anders. We verschillen in niveau,
manier van leren en ieder mens heeft zijn eigen dromen en talenten. De een is
cognitief sterker dan de ander, terwijl de ander weer beter is met het leggen
van sociale contacten.
Maar er is geen mens ter wereld die alles goed
doet. Er is geen mens ter wereld die nooit fouten maakt, thuis, op straat, op
school of op het werk. En toch heeft het maken van fouten bij een groot deel
van de mensen een negatieve lading. Een angst die veel mensen van jongs af aan
al meegekregen hebben. Veel mensen, jong en oud, nemen daardoor een
beschermende houding aan om zich te beschermen tegen de negatieve reacties op
de dingen die zij verkeerd doen. Denk hierbij aan fouten ontkennen, risico’s
uit de weg gaan, extreem perfectionistisch zijn of bij fouten in de verdediging
gaan. Ook bij kinderen komt deze beschermende houding al voor.
Hierbij
zie ik kleuter Max voor me. Op school wordt hij tijdens de verplichte taken
geconfronteerd met activiteiten waar hij moeite mee heeft, bijvoorbeeld
knutselen. Tijdens deze activiteit zie ik vaak de frustratie op het gezicht van
Max. Knippen is niet zijn sterkste kant. Het knippen gaat hem minder goed af
dan zijn leeftijdsgenoten en dat is hij zich goed bewust. Max kiest daarom niet
uit zichzelf voor knutselactiviteiten, maar doet ze vaak op de laatste dag van
de week. Hij doet ze omdat het echt moet van de juf.
De moeder
van Max vertelt tijdens een oudergesprek dat Max bang is om fouten te maken.
“Hij is bang om te falen.” Het gevolg hiervan is dat hij daardoor uitdagende
activiteiten uit de weg gaat en liever kiest voor de werkjes waarvan hij weet
dat hij ze kan.
Het uit de weg gaan van moeilijke activiteiten
zorgt ervoor dat Max weinig van de activiteiten leert. Max wordt niet beter in
het knippen, omdat hij dit niet voldoende oefent en niet open staat om te leren
van zijn fouten. Doordat Max kiest voor de veilige weg, belemmert hij zijn
eigen ontwikkeling.
Een
positieve houding ten opzichte van fouten
Als onderwijzers en ouders hebben wij een
belangrijke taak om de leerlingen op een goede manier te leren omgaan met
fouten. Door middel van onze houding ten opzichte van fouten, kunnen wij de leerlingen
laten ervaren dat het om te kunnen leren, goed is om fouten te maken.
Het is voor zo’n houding belangrijk dat je als
leerkracht of ouder bewust bent van het feit dat je zelf ook nog altijd fouten
maakt. Laat leerlingen zien dat jij fouten maakt door de dingen die in de klas
of thuis verkeerd gaan niet te ontkennen, maar juist te benoemen. Geef aan waar
het mis is gegaan en welk gevoel je daarbij hebt. Vertel vervolgens hoe je dit
nu gaat oplossen of hoe je dit de volgende keer aan wilt pakken, zodat het
beter verloopt.
Met deze positieve houding ten opzichte van
fouten, laat je aan de leerlingen zien dat het klimaat voor jou veilig genoeg
is om fouten te maken en dat je het fouten maken niet erg vindt. Je gaat er
immers van leren.
Jouw houding ten opzichte van fouten van de
leerlingen, kun je laten ervaren door de wijze waarop je de leerling benadert,
als zij merken dat zij fouten maken. Wanneer een leerling ervaart dat hij iets
verkeerd doet, reageer dan bemoedigend. Koppel terug zonder een oordeel en
vraag aan de leerling waarom hij denkt dat hij het verkeerd gedaan heeft. Vraag
vervolgens wat het eindresultaat had moeten zijn; wat was het doel van de
activiteit? Als laatste vraag je wat de leerling denkt dat hij had moeten doen
of nu nog kan doen om dat eindresultaat te bereiken. Moedig vervolgens de
leerling aan om deze oplossing uit te proberen. Maak de leerling hierbij
duidelijk dat de kans bestaat dat het weer verkeerd gaat, maar dat het ook dan
weer een kans is om ervan te leren.
Oftewel, blijf de leerling bemoedigen. Door te
werken aan een veilige klimaat waarin leerlingen ervaren dat ze fouten mogen
maken, leggen wij de basis voor de leerlingen om in de toekomst in staat zijn op
een goede manier om te kunnen gaan met negatieve reacties, tegenslagen en het
maken van fouten (Trilling & Fadel, 2009).
Hoe het
afliep met Joost
Terug
naar de situatie met Joost. Joost zit nog op zijn stoeltje met afhangende
schouders. Hij kijkt mij nu beteuterd aan. Ik zie tranen opwellen in zijn ogen.
Hij lijkt zich te schamen voor zijn fout. Ik glimlach naar Joost en zeg: “Goed
zo, Joost! Dat is helemaal niet erg!”. Er verschijnt een verbaasde blik op het
gezicht van Joost. “Jij hebt ontdekt dat je een fout gemaakt hebt. Dat is
hartstikke goed. Jij hebt nu wat geleerd! Van fouten leer je.” Terwijl ik dit
zeg, verandert de verbazing gestaag in een brede glimlach. De angst en schaamte
van Joost voor zijn gemaakte fout verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Bronnen:
Brown, B. (2013). De kracht van kwetsbaarheid. (10de druk). Utrecht: A.W.
Bruna Uitgevers B.V.
Hattie, J. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to
achievement. Londen: Routledge.
Trilling, B. & Fadel, C. (2009). 21st century skills, learning for life in
our times. San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Anne-Minke is werkzaam bij Stichting Veilig
Onderwijs.
Artikel 9
Pesten --- Wat is het probleem?
Regelmatig constateer ik dat discussies over pesten de
gemoederen flink kunnen bezighouden.
De plotselinge gevoelens van angst en zelfs woede zijn een bewijs van de pijn
en hulpeloosheid die velen voelen wanneer zij worden geconfronteerd met het
probleem van pesten. En terecht. Pesten blijft een ernstig probleem in veel van
onze scholen.
Mensen neigen vaak te denken in de richting van een van de
twee kampen, soms beide, in het pestgesprek. Of ze richten zich op de betrokken
individuen , het "slachtoffer" of de "pester" of richten
zich op de omgeving, zoals de scholen.
Hoewel beide benaderingen noodzakelijk zijn denk ik dat het
belangrijk om te wijzen op een zeer belangrijk onderscheid tussen de twee.
Focussen op het slachtoffer of pester kan een bepaald incident opruimen, maar
het doet niets aan de omgevingsfactor waarin het pesten heeft kunnen ontstaan
dan wel pesten te voorkomen of te verhelpen. Dat betekent dat pesten weer zal gebeuren,
en hoogstwaarschijnlijk ook op subtielere en vaak onopgemerkte manieren.
Onze scholen vertegenwoordigen nu eenmaal alle segmenten van
onze samenleving. Het is dan ook triest om te moeten zeggen dat sommige mensen
niet weten hoe ze hun kinderen passende sociale / emotionele vaardigheden bij
moeten brengen. Dit soort kinderen zijn in onze scholen.
Dat pestgedrag verschijnt is soms niet verwonderlijk. Dat
pestgedrag succesvol kan zijn, zelfs op een eerste poging is niet
onvermijdelijk. Dat het kan blijven bestaan en een ding om te worden gevreesd
door ieder kind, is onaanvaardbaar en ja, helemaal te vermijden. Onze scholen
kunnen een cultuur van pesten, of een cultuur van respect bevorderen. Het
bevorderen van een cultuur van respect gebeurt niet zomaar; het vergt bepaalde
en consistente inspanning. Kinderen zullen handelen uit wat ze hebben
geïnternaliseerd. Het is niet het moment, maar wat er gebeurt als reactie op het
moment, wat het handelen van onze kinderen bepaalt.
Wanneer onze scholen niet zien wat er aan de hand is, omdat
ze niet actief op zoek zijn , of niet onmiddellijk en adequaat reageert op de gevolgen
van pesten, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen geen sfeer van integratie en respect
bevorderen, en dat betekent een bijdrage van tijd (en soms de wil) om het te
maken, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen zich niet bewust zijn van het gedrag van
pre-pesten, zoals sociaal isolement, en niet handelen om dit gedrag aan te
pakken, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen niet duidelijk maken dat pesten ieders
probleem is en zowel kinderen als volwassenen manieren leren bij te dragen aan een
isolement en uitroeiing, dragen ze bij aan een pest cultuur.
Ja, we moeten onze kinderen de vele manieren waarop zij zich
kunnen beschermen aanleren.
Maar het belangrijkste: we moeten ze aanleren, dat ze naar volwassenen kunnen
komen voor hulp, en echte hulp kunnen verwachten wanneer er gepest wordt.
Ton Hesel
Artikel 10
De
sociale schoolveiligheid
Bent
u als school en/of schoolbestuur ook op zoek naar goede handvatten om zorg te
dragen voor de sociale veiligheid op uw school, om zo te voldoen aan de
wettelijke verplichting?
Dan
bent u bij Stichting Veilig Onderwijs (SVO) aan het juiste adres!
Wat
kan Stichting Veilig Onderwijs voor u betekenen?
·
Wij Bieden u handvatten op maat om de sociale veiligheid op school te vergroten.
·
Is een betrouwbare en een onafhankelijke partij in het onderwijsveld.
·
Bieden maatwerk en heeft de creativiteit om samen de juiste oplossing
te kunnen vinden in ieder sociaal probleem.
·
Heeft een professioneel team van mediators, counselors, externe
vertrouwenspersonen en onderwijsprofessionals voor scholen, schoolbesturen,
CJG’s, en het gezin.
·
Als Stichting met een ANBI-status zijn wij niet uit op commercieel
gewin.
Dat
maakt dat Stichting Veilig Onderwijs “de” juiste partner is om te
voldoen aan de wet “sociale veiligheid op school”.
Immers
van een sociale veilig schoolklimaat wordt iedereen gelukkig!
Daar
gaan wij voor, u toch ook?
Maak
dan geheel vrijblijvend een afspraak met ons, zodat wij samen kunnen bespreken
wat voor uw school/instantie het beste van toepassing kan zijn.
Ons
telefoonnummers is 0346-550655.
Wij
vernemen graag van u.
Nolin Uitgevers werkt al jaren lang plezierig samen met Stichting Veiling Onderwijs! Voor meer informatie kunt u naar een van de volgende links gaan:
Voor meer informatie bent u uiteraard ook van harte welkom bij Nolin Uitgevers in Hoogezand-Sappemeer. Nolin Uitgevers zit aan de Rembrandtlaan 5, 9601XA Hoogezand.