donderdag 13 oktober 2016

10 Artikelen uit de eerste kwartaal uitgave van Stichting Veilig Onderwijs


Nolin Uitgevers heeft in het eerste kwartaal van dit jaar het magazine voor Stichting Veiling Onderwijs uitgegeven. Met trots presenteert Nolin Uitgevers in totaal tien artikelen uit het blad, dat begin dit jaar is verschenen. 

Artikel 1


Verbinding is de brug tussen mensen, nodig voor een veilig school- en thuisklimaat.

Als mens mag eenieder er op deze wereld zijn, om zichzelf te zijn.
Als ouder mag je je kind opvoeden om te zijn wie het mag zijn.
Scholen mogen hun leerlingen begeleiden naar volwassenheid en te leren dat de leerling er mag zijn om wie hij/zij is.

Daar horen allerlei facetten bij, zoals emoties. Emoties mogen er zijn en hebben we nodig om te zijn wie we zijn. Ook hebben we emoties nodig om te verbinden, om contacten met elkaar te hebben, om elkaar te begrijpen en om met elkaar samen te werken.
Emoties bestaan uit de vier B’s:  Bang, Bedroeft, Blij en Boos.
Als deze emoties in balans zijn, kunnen we met elkaar op een goede manier omgaan en is de verbinding tussen mensen goed. Dan kunnen we elkaar troosten als dat nodig is, maar we hebben ook respect en waardering voor elkaar en dan is er vertrouwen.
Als we een goede verbinding met elkaar hebben, horen daar geen oordelen bij, maar waardering, respect en vertrouwen.

We mogen elkaar wel feedback geven. Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Je moet -opbouwende- kritiek op elkaar kunnen hebben.
Feedback is onmisbaar als je met anderen samenwerkt. Feedback leert ons hoe we onszelf kunnen herstellen, om weer te kunnen zijn wie we mogen zijn. Door feedback mogen we van elkaar leren.

Soms gebeurt het dat de emoties de boventoon voeren. Dat gebeurt vaak met boosheid.
Als we kijken naar het afgelopen jaar, zien we deze B veel voorbij komt in onderwijsland.
De verhoudingen raken daardoor uit balans en het belang van samenwerken wordt vergeten. Dat maakt dat mensen kunnen overgaan tot oordelen en veroordelen, waardoor een breuk in de verbinding ontstaat die kan leiden tot een onveilige situatie.

Als we verbinding maken met elkaar, hebben we respect en waardering voor elkaar.  Het  veroordelen van elkaar hoort daar niet bij.
Daarom spreken wij dan ook de wens uit dat u en de kinderen zich met elkaar verbinden om elkaar te begrijpen, om van elkaar te leren en er voor elkaar te zijn.
Wij willen doorgaan met verbinden tussen alle betrokkenen in het onderwijs, en samen met u zoeken naar balans om die verbinding tot stand te brengen en te houden met elkaar. Mensen kunnen immers niet zonder elkaar.

Verbinding met elkaar: de brug naar een veilig school- en thuisklimaat.
Daar wordt iedereen gelukkig van en daar gaan wij voor.
U toch ook?

Artikel 2

De People Help The People Award 2015

Ook dit jaar heeft de commissie Iedere Dag Veilig Onderwijs van Stichting Veilig Onderwijs de People help The People Award uitgereikt. De keuze van de commissie is gevallen op Neomi Lotte.


Docent Nederlands Neomi Lotte van het Oranje Nassau College in Zoetermeer, heeft op vrijdag 4 december 2015 uit handen de commissieleden van de commissie Iedere Dag Veilig Onderwijs Gerard en Ingrid van Beelen, op haar school en in het bijzijn van haar hele team, een award gekregen voor haar grote inzet tegen pesten op school.

Artikel 3 
Het gezin als bindmiddel
Thuiskomen doe je elke dag……
Als je aan thuiskomen denkt, denk je aan veiligheid en vertrouwen.
Hoe de onderlinge band en betrokkenheid naar elkaar wordt gedeeld bepaalt grotendeels hoe het met het welzijn in het gezin is gesteld. Er kunnen tal van oorzaken zijn die de spanningsdruk op het gezin tijdelijk of langdurig in stand houden. Vaak wordt er door onterechte schaamte te laat aan de bel getrokken, ( “de vuile was hang je immers niet buiten de deur” ) waardoor problemen zich onnodig opstapelen. Ons advies is dan ook hoe eerder hoe beter hulp in te schakelen om de balans op tijd te herstellen. Een veilige haven geeft de broodnodige veerkracht om (werk)stress en pesterijen op school aan te kunnen. Als je als volwassene en als kind (tenslotte zijn we allemaal mensen) in alle rust je verhaal kan doen, kan er ook naar oplossingen gezocht worden.
 Werk met de drie V’s
·          Veiligheid
·          Vertrouwen
·          Vrede
Zijn deze gewaarborgd, dan pas kan er aan een probleem zoals bijvoorbeeld ‘pesten’ worden gewerkt.

De 10 tips van gezinscoaches Dorien de Vries en Jolande ter Borg
Kinderen 6 – 12 jaar
Tip 1
Kies je opvoedstijl:
Sturend opvoeden met belonen en straf
Laat de kinderen maar begaan (rijpen)
Sturend opvoeden met toelichting en uitleg ( vaak meest wenselijke opvoedstijl)
Tip 2
Kenmerken van een hecht gezin:
·          Ouders en kinderen regelmatig samen activiteiten ondernemen
·          Ze deelgenoot zijn van elkaars vreugde en verdriet
·          Kinderen bijdragen aan het draaiend houden van het gezin
·          Ouders eensgezind zijn in regels waaraan ze de hand houden
Tip 3
Wat hebben broers en zusjes aan elkaar?
·          Omgaan met agressie: ruzies zijn niet definitief
·          Saamhorigheidsgevoel, ondanks alle rivaliteit
·          Jonge kinderen trekken zich op aan oudere
·          Leren inzien waarin je je kunt onderscheiden
·          Wisselende rollen ten opzichte van elkaar
Tip 4.
Kinderen kopiëren vaak het gedrag van de ouders en hun omgeving. Maak kinderen bewust van welk gedrag past en welk gedrag niet past bij het kind. Dit betekent ook dat je als ouders bewust moet zijn van je kracht in de voorbeeldfunctie.
Tip 5.
Meehelpen in huishouding, koken of tuinieren komt de persoonlijkheidsvorming van kinderen ten goede. Taken verdelen en kinderen eigen verantwoordelijkheid geven.



Tip 6
Zorg voor een ‘kwaliteitsuurtje’ (een rustpunt) op de dag met de kinderen.
Bijvoorbeeld hiervan kan ook zijn om vlak voor het naar bed gaan een verhaal vertellen of voorlezen. Voordeel hiervan is dat er een natuurlijke overgang wordt gecreëerd van de drukte van de dag en de rust van het slapen gaan. Het kind traint zich te concentreren en te luisteren.
Tip 7
Gebruik bij weerstand van een kind het spiegelend communiceren, maak hier een gewoonte van en maak geen onderscheid bij de andere kinderen van het gezin. Met spiegelend communiceren laat je het kind zelf met de oplossing komen waardoor er draagvlak ontstaat.
Voorbeeld:
Kind: Ik ga vandaag niet naar school!!!
Volwassene: Je gaat vandaag niet naar school….Wat is er aan de hand?
Probeer door te vragen tot het kind zelf met het antwoord/de echte reden komt……..
Tip 8.
Leer je kind mensenkennis
·          Wat gaat er in de ander om?
·          Waartoe is de ander in staat?
·          Hoe zal hij of zij zich gaan gedragen?
·          Wat speelt zich tussen mensen af?
·          Wat is de invloed van situaties?
·          Waarom doen mensen niet wat zou moeten?
Tip 9.
Vraag elkaar feedback in het gezin, zowel als ouders en als kinderen.
·          Kies een rustig moment aan de eettafel of op een avond in de vakantie.
·          Bespreek van ieder gezinslid een eigenschap die je leuk vindt en een eigenschap die je minder leuk vindt?
·          Luister naar elkaar en laat elkaar uitpraten zonder te oordelen of in de verdediging te gaan.
·          Stimuleer de positieve eigenschappen
·          Vraag de persoon zelf hoe hij/zij de minder leuke eigenschap kan verbeteren
Tip 10.
Hoe kun je je stemming positief beïnvloeden
·          Je eigen keuze durven maken geeft juist zelfvertrouwen
b.v. door te gaan sporten
·          Afspraak met vrienden te maken
·          Koken voor de familie
·          Hulp geven of vragen bij een moeilijke schoolopdracht
·          Het negeren van pesters

Auteurs:
Dorien de Vries – Gezinstherapeut
Jolande ter Borg – Adviseur Gezinscommunicatie



Artikel 4


Over Talentenkompas
Talentenkompas is een meetinstrument dat verder kijkt dan alleen intellectuele vermogens of feitelijke kennis van leerlingen. Het meetinstrument is ontwikkeld door psychologen van iScreen, een psychologisch adviesbureau gespecialiseerd in de ontwikkeling van online assessment. Talentenkompas voldoet aan wetenschappelijke standaarden en bevat COTAN geregistreerde vragenlijsten op het gebied van persoonlijkheid, affiniteiten en sociaal emotioneel welbevinden.
Talentenkompas is ontwikkeld voor leerlingen in groep 7 en 8 van de basisschool. Het geeft zicht op het geheel van intellectuele capaciteiten, talenten, interesses en het sociaal emotioneel welbevinden van een leerling. De belevingswereld en het perspectief van het kind zelf staan hierin centraal.
De rapportage biedt leerkrachten, ouders en de leerling (zelf)inzicht in alle aspecten die een rol spelen bij de ontwikkeling van het kind. Elk kind is uniek. Dat is het uitgangspunt van Talentenkompas. Door de focus op unieke karakteristieken en talenten wordt de leerling bekrachtigd in zijn/haar mogelijkheden. 
De Talentenkompas afname bestaat uit twee blokken. In het eerste blok maken leerlingen zeven capaciteitentests. In het tweede blok worden drie persoonlijkheidsvragenlijsten ingevuld. Dit gebeurt volledig online. Het invullen van de tests en vragenlijsten duurt doorgaans twee lesuren.
Aansluiten bij de leerling
Talentenkompas helpt leerkrachten bij het vinden van een goede aansluiting op de mogelijkheden, behoeften en kenmerken van de individuele leerling in de klas. Het instrument biedt waardevolle informatie bij vragen zoals: “Wat is het leervermogen van een leerling? Welke interesses heeft de leerling en welke lesmethode zou hier op aan kunnen sluiten? Waar is de leerling goed in en waar liggen zijn/haar talenten?
Daarnaast geeft de meting van het sociaal emotioneel welbevinden een indicatie van de sociale veiligheid die een leerling op school ervaart. De resultaten in het rapport geven antwoord op vragen als: “In hoeverre voelt de leerling zich prettig in de klas, in de relatie met leerkracht en klasgenoten? Hoeveel steun ervaart de leerling thuis? Hoe zit de leerling in zijn/haar vel?”
Brugklas indicatie
In de Talentenkompas rapportage wordt op basis van de intellectuele capaciteitentests een indicatie gegeven voor de best passende vervolgopleiding. Het is bedoeld om leerkrachten (en ouders) te ondersteunen bij het maken van een goed gefundeerde brugklas keuze. Daarnaast maakt de rapportage factoren inzichtelijk die bepalend zijn bij het waarmaken van het brugklas niveau, zoals de leer- en werkhouding van de leerling, geloof in eigen kunnen en sociaal emotioneel welbevinden. 
De holistische benadering van de leerling maakt Talentenkompas tot een zeer waardevol en uniek meetinstrument.



Artikel 5

Overheid moet meer doen voor onderwijs en zorg vluchtelingenkinderen

De Tweede Kamer wil dat scholen die lesgeven aan vluchtelingenkinderen niet één maar twee jaar aanspraak kunnen maken op extra geld om dit onderwijs van te betalen. Ook vindt ze dat deze scholen op een vast bedrag per leerling moeten kunnen rekenen – 9000 euro - in plaats van dat ze hierover met het ministerie van Onderwijs moeten onderhandelen.
De Kamer, die hierover woensdag debatteerde, schaarde zich daarmee achter de PO-Raad. Per brief had zij het kabinet en de Tweede Kamer dinsdag opgeroepen schoolbesturen snel financiële zekerheid te geven en te garanderen dat het Rijk de kosten betaalt. Op dit moment wachten veertig schoolbesturen om uitsluitsel over hun verzoek om extra geld.
Ook riep de PO-Raad op zo snel mogelijk een einde te maken aan het zeulen met vluchtelingenkinderen. Zij zijn genoodzaakt in korte tijd soms zes keer van opvanglocatie te veranderen. ‘Het gebrek aan rust en regelmaat verergert reeds bestaande trauma's. Door de enorme fluctuaties in het aantal leerlingen dat hierdoor ontstaat, is het voor scholen en hun besturen vrijwel onmogelijk onderwijs in te richten dat van goede kwaliteit is’, aldus voorzitter van de PO-Raad Rinda den Besten in de brief.
Wet werk en zekerheid

De Wet werk en zekerheid, die paal en perk stelt aan het aantal tijdelijke contracten dat een leraar mag krijgen, maakt dat extra moeilijk. Scholen die werkloze en pas afgestudeerde leraren in dienst willen nemen om de plotselinge toestroom van vluchtelingenkinderen goed op te vangen, lopen het risico deze in vaste dienst te moeten nemen. Dit terwijl de vluchtelingenkinderen naar verwachting over twee jaar weer zijn vertrokken of op een andere school zitten. Dat is onbetaalbaar voor scholen. Andere leerlingen zijn daarvan de dupe. Scholen worden ook hierdoor huiverig om kinderen op te vangen.
De oplossingen waarmee het kabinet komt, zijn maar kleine oplossingen voor een veel groter probleem, benadrukte Den Besten eerder die dag tegen Radio 1. Zo wil het kabinet op opvanglocaties leslokalen inrichten, maar kan een goed onderwijsprogramma ook dan simpelweg niet op gang komen als kinderen zo vaak moeten verhuizen, zei ze.
Verrast

In het debat toonde staatssecretaris Sander Dekker zich verrast over de zorgen van de Tweede Kamer en PO-Raad. De bewindsman stelde niet op de hoogte te zijn van de financiële onzekerheid bij scholen en hun besturen. Dekker vindt het verder niet nodig om scholen langer dan een jaar geld te geven voor onderwijs aan vluchtelingenkinderen.
Melden

Scholen die in de knel komen met hun financiën bij het organiseren van goed onderwijs voor vluchtelingenkinderen kunnen zich nog steeds melden bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Neem daarvoor eerst contact op met Mark Ruitenbeek van de PO-Raad.
Bron: PO Raad



Artikel 6


Column

Het gezinsleven van deze tijd?

Wat vooraf ging:

Casus: Kind ophalen van de BSO.

Het was dinsdagmiddag rond een uur of vijf. Mijn hondje moest er nodig uit.
Ik liep langs de school in mijn buurt.. In dat gebouw is ook een BSO gehuisvest. Mijn aandacht werd getrokken door een boze vrouwenstem.
Het geluid kwam vanuit het gebouw. Een moeder, zo bleek, kwam haar zoontje ophalen. Een kereltje van een jaar of zes. De moeder zag er oververhit uit. Ze sleurde het kind bijna achter zich aan  naar het hek van de school en haar geparkeerde  auto.
Ik zag dat de jongen iets van een tekening in zijn hand had. Hij probeerde het aan zijn moeder te laten zien. ‘Mama, mama, kijk dan, mama!
‘Houd je bek dicht en ga zitten’, was haar antwoord. ‘ Geen tijd nu ja! Ik moet zo nog koken ook. Verdorie houd je smoel dicht!’

De jongen huilde.
Ik zag hoe de vrouw de jongen oppakte en op de achterbank smeet. De jongen krijste nu.
Ze gaf hem een klap in zijn gezicht en schreeuwde: ‘Zie je dan niet hoe moe ik ben! Dat gezeik van jou kan ik er nu niet bij hebben, dus kappen nou! Ophouden zeg ik!’
Hierop gooide ze met een smak het portier van haar auto dicht en scheurde weg.

Dit tafereel sneed door mijn ziel. Ik zag een vermoeide moeder die haar frustraties op haar kind afreageerde. Haar kind die al een hele schooldag achter de rug had, net zoals zij een hele werkdag achter de rug had, en haar nodig had.
Zonder zich misschien bewust te zijn had ze hem met haar gedrag diep gekwetst.
Een kind van die leeftijd kan niet weten dat zijn moeder moe is, maar mag wel van zijn moeder verwachten dat zij luistert naar hem.

Twee dagen later liep ik weer met mijn hond op die stoep en zag ik een man die, vermoedelijk zijn dochtertje, bij dezelfde BSO,  ophaalde. Het meisje liep aan zijn hand naar de auto. Ze kon de grote stappen van haar vader nauwelijks bijhouden. Ook hij snauwde naar zijn kind dat ze door moest lopen, want mama wachtte thuis. Wel nam hij de tijd  het meisje rustig in zijn auto te laten stappen en hij hielp haar met de autogordel.
Plotseling schoot zijn wijsvinger naar voren en siste: ‘Nu wil ik de hele weg niets van je horen, want papa heeft vandaag de hele dag hard gewerkt en is moe. Thuis praten we verder.’
Ik zag dat hij in zijn auto stapte en wegreed.

Natuurlijk zie ik ook wel eens ouders die  lief en geduldig met hun kind omgaan. Ook als ze moe zijn, maar het gaat mij om die twee verontrustende voorbeelden.
Ja voorbeelden, want de praktijk leert dat het wel heel vaak zo toegaat tegenwoordig.
Is dit het gezinsleven van deze tijd, of kan het anders?

En hoe was het vroeger?

Kunt u ons hierover meer vertellen? Schrijf ons!

Artikel 7

Delen van wijsheid is de opmaat naar respect
Woorden wekken voorbeelden trekken  |  Goed voorbeeld doet goed volgen

In dit artikel wil ik aandacht vragen voor de deugd wijsheid. Wijsheid is onder andere het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht, tussen goed en kwaad wat er toe doet en wat niet. Er wordt binnen het onderwijs veel aandacht geschonken aan de deugd respect. Maar je leest weinig over de deugd wijsheid. Vandaar mijn pleidooi voor meer wijsheid. Respect of anders gezegd; gezag komt namelijk voort uit wijsheid.


Onlangs las ik een intrigerend interview uit 2013 met de HAN(Hogeschool Arnhem en Nijmegen)  voorzitter, dr.Kees Boele. Enkele citaten uit dit interview: “We heten hoger onderwijs, niet hogere opleidingen, toch? Ik wil dat we terug durven gaan naar het hart van het onderwijs. Een echte renaissance is voor mij aan de orde en dat woord zegt het al: een wedergeboorte, waarin we terug gaan naar de bronnen van wat goed onderwijs is. Het woord ‘onderwijs’ geeft ons de richting al aan, vind ik. Het woord wijsheid zit erin. Gezag wekt respect bij studenten. Wijsheid en kennis legitimeren dit voor hen.” Dit jaar verscheen hierover een lezenswaardig boek van zijn hand: Onderwijsheid. Terug naar waar het echt om gaat.

Voldoende voorbeelden
In onze over-informatieve en multiculturele samenleving hebben we alleen aan kennis niet voldoende. Naast kennis hebben leerlingen wijsheid nodig. Zeg maar, onderscheidingsvermogen. Er komt veel op onze jongeren af. Leerlingen hebben leraren nodig die hen in deze informatieve- en multiculturele maatschappij richting wijzen en leren te filteren waar het echt op aan komt en wat er echt toe doet. Hoe je omgaat met zoveel informatie en meningen en mensen. Anders hebben we veel informatie en weinig kennis, veel meningen maar weinig principes, veel gevoelens en weinig overtuigingen.
Klassen zijn zeer geschikte ruimtes om te experimenteren en wijsheid aan te leren. Jongeren zijn nieuwsgierig en weet- en leergierig. Laten we daar gebruik van maken. Klassen zijn kleine afspiegelingen en dwarsdoorsneden van de samenleving. Allerlei situaties in de klas bieden aanknopingspunten om de deugd wijsheid ter sprake te brengen. Het ligt voor het oprapen.

Jonge en oudere ervaren docenten
Belangrijk om binnen het docententeam een goede mix te hebben van jonge en oudere docenten. Jonge docenten kunnen heel wat leren van de oude en ervaren docenten voor wat betreft hun opgedane ervaring. Andersom overigens ook. Zij hebben met vallen en opstaan geleerd hoe het moet en niet moet. Laten jonge beginnende docenten hier hun voordeel meedoen. Zorg als schoolleiding dat er ruimte is voor wederzijds lesbezoek. De jonge docent bezoekt een les van de oudere ervaren docent en andersom. Vorm de jonge generatie docenten in wijsheid (Prudentia: Voorzichtigheid - verstandigheid - wijsheid) Creëer mogelijkheden zodat jonge docenten advies kunnen vragen aan oudere docenten.

Gepensioneerden – vaten vol ervaring
Betrekt gepensioneerde docenten, voor zover dat mogelijk is, hierbij. Gepensioneerde docenten zijn vaten vol levenswijsheid en levenservaring. Benut deze expertise en ervaring. Jonge docenten kunnen er hun winst mee doen en groeien zodoende in wijsheid voor de klas.

Delen van wijsheid | van docent naar leerling
Docenten die zelf gevormd en gegroeid zijn in de deugd wijsheid, fungeren als rolmodel voor de leerling. Zij dragen (on)bewust hun identiteit over aan de jonge generatie. Is de leraar eerlijk, durft hij zich kwetsbaar op te stellen, is hij beschaafd, weet hij maat te houden en is hij rechtvaardig in zijn optreden? Hoe ga je als docent om met je leerling? Wat is ethische kompas? Heb je oprecht aandacht voor ze? “Jongeren onderwijzen veronderstelt op de eerste plaats: meevoelen. Ook binnen de klas leren samenleven op een menselijke manier” aldus Jezuïet Jean de Bruyn. Welke wijsheden wil je als school, als docent overdragen. ‘De mens wordt mens enkel en alleen door het onderwijs. Hij is niet meer dan wat het onderwijs van hem maakt. Het is van belang te onderstrepen dat de mens altijd onderwezen wordt door andere mensen die op hun beurt eveneens onderwijs hebben ontvangen van weer andere mensen.’ Immanuel Kant, Duitse filosoof (1724-1804)

Leerlingen hebben dringend behoefte aan docenten met kennis, maar alleen dat is niet voldoende. In het onderwijsblad Didactief las ik een interview met onderwijspedagoog Gert  Biesta over zijn boek ‘Goed Onderwijs en de cultuur van het meten. Ethiek, politiek en democratie’; het volgende. Er zijn drie doelen: “Ten eerste het terrein van de kwalificatie, de overdracht en verwerving van kennis en vaardigheden. Maar het onderwijs is meer. Het gaat ook om socialisatie – de manier waarop het kind zich leert verhouden tot tradities en praktijken, en om subjectivering – hoe wordt een kind een eigen individu, een persoon die in onze democratie kan meedoen.” Naast kennisoverdracht is de overdracht van levenswijsheid voor docenten onmisbaar. Geleerd door vallen en opstaan. Geleerd door te vragen. Geleerd door aandachtig te luisteren naar de oudere en door het leven gevormde (gepensioneerde)docent.

Gezag wekt respect
Het onderwijs heeft dringend behoefte aan zulke richtingwijzers. De Spaanse filosoof en schrijver Fernando Savater (1947) heeft het wel heel pathetisch verwoord: ‘Voorop staat dat ik van alle werkende mensen de leraren – de schooljuffen, schoolmeesters, ja alle docenten – beschouw als de meest noodzakelijke, de meest heldhaftige, de meest grootmoedige en de meest beschavende van allen die zich dagelijks inspannen om in de behoeften van een democratische samenleving te voorzien.’
Directies kunnen daar een sturende en faciliterende rol in vervullen. Leerlingen zullen hierdoor groeien in wijsheid. Maar zullen ook gezag geven aan hun docent, ook al is deze nog jong. En gezag wekt respect. Wijsheid en kennis legitimeren dit voor hen. Leerlingen groeien in wijsheid door deze praktijkvoorbeelden. (= docenten). Kennis en wijsheid zijn dan aanwezig in de klas. Een ideale combinatie.

Nederland wijzer maken
De Bond tegen Vloeken heeft als slogan: Nederland mooier maken! Voor dit artikel wil ik het even anders zeggen: Nederland wijzer maken! De school is een plaats bij uitstek om dit te beoefenen. Elke dag. Directie, ondersteunend en onderwijzend personeel. Iedereen kan ingezet worden. Wat een voorrecht als je op een school zit als leerling en werkt als docent waar aandacht is voor wijsheid. Dan volgt respect als vanzelf. We hebben er dringend behoefte aan! ‘Een kind is niet een lege fles die moet worden gevuld, maar een smeulend vuurtje dat moeten worden aangewakkerd.’ MIchel  MontaIgne, Franse filosoof, schrijver en politicus (1533-1592)
Wijsheid is een kardinale deugd. Wijsheid leert waar het in het leven echt op aan komt. Leert onderscheidingsvermogen. Geeft inzicht door kennis. Leert verbanden zien. Leert filteren in de brij van informatie. Leert maat te houden en nederigheid. Leert rekening te houden met de ander. Leert te zien dat je verantwoordelijk bent voor jezelf en de ander. Dat je samen werkt aan een rechtvaardige wereld. Wijsheid kun je leren. Door open te staan voor de ander. Te luisteren en vooral vragen te stellen. Wat een mooie en uitdagende taak om met jongeren te mogen werken. Wat hebben we toch een prachtig beroep! Een voorrecht.
De bedelmonnik Franciscus van Assisi zei: ‘Vrouwe Wijsheid, een deugd met koninklijke waardigheid. Zij is ‘kenmerk van het ware  [leven]’.

Auteur: Sjors  van der Kraan

Commentaar SVO:
Met dank aan Sjors van der Kraan dat hij dit artikel heeft ingebracht.
De leerkracht heeft een rolmodel. Dat is het geven van het goede voorbeeld in zijn/haar gedrag naar iedere leerling. Mocht een leerling zich misdragen, is het aan de leerkracht hoe hij/zij daar mee omgaat.
Wilt u daar mee informatie over? Bel ons of stuur ons een e-mail naar directie@stichtingveiligonderwijs.nl

Wij wensen iedere leerkracht/docent heel veel succes. 

Artikel 8



Goed zo! Je hebt een fout gemaakt!
Een veiliger klimaat door een positieve houding ten opzichte van fouten

Door: Anne-Minke Hiemstra


“Juf, ik heb het verkeerd gedaan!” De vierjarige kleuter Joost heeft zojuist ontdekt dat hij een fout heeft gemaakt in zijn werk. Hij zit met afhangende schouders op zijn stoeltje en kijkt mij ontdaan aan. Hij geeft mij het gevoel alsof voor hem zojuist de wereld is vergaan.


Fouten maken
Het is verwonderlijk om te zien hoe negatief het maken van fouten door deze jongen wordt ervaren. Een gevoel dat met grote regelmaat te zien is bij veel kinderen. Het maken van fouten lijkt bij hen aan te voelen als een bestraffing. En dat terwijl het voor het kunnen leren van belang is om fouten te maken. Je hoort niet voor niets regelmatig de uitdrukking “Van fouten kun je leren.”
Het is daarom van goed om te weten hoe belangrijk het maken van fouten is voor het leren van de leerling. Daarnaast is het goed om te weten waar de angst voor het maken van fouten vandaan komt en welke problemen dit veroorzaakt. Tot slot kijken we naar wat wij als volwassenen kunnen doen om het maken van fouten tot een positieve ervaring te maken voor de leerling. 

Fouten zijn belangrijk voor het leren
Leren doen we door deel te nemen aan leeractiviteiten. We kiezen ervoor om deel te nemen aan deze leeractiviteiten, omdat we nieuwe kennis en vaardigheden op willen of moeten doen. Deze leeractiviteiten vinden overal plaats; thuis, op school, op het sportveld of op straat. Op het moment dat je iets wilt kunnen wat je nog niet beheerst en je bereid bent om daar wat voor te doen, sta je open voor nieuwe leeractiviteiten en kun je leren.  
Wanneer we deel nemen aan zo’n leeractiviteit, is de kans groot dat er dingen verkeerd gaan en dat we fouten zullen maken. En dat is bij leeractiviteiten juist goed.
We doen door het maken van deze fouten nieuwe kennis op over hoe we een activiteit beter niet kunnen uitvoeren. Aan de hand van deze ervaring kunnen we nieuwe ideeën opdoen over hoe we de activiteit op een betere manier kunnen uitvoeren.
Wel is het hierbij van belang dat wij ons bewust worden van de fouten die we maken. Worden we ons namelijk niet bewust van wat er verkeerd gaat, dan gaat dit leermoment ongemerkt aan ons voorbij.

Bewust worden van je fouten
Het bewust worden van onze fouten doen we door de terugkoppeling die we daarop krijgen. Deze terugkoppeling kan spontaan zijn, doordat we zien, horen, ruiken, proeven of voelen wat het resultaat is van onze leeractiviteit. Denk aan het proeven van een aangebrand koekje. Je weet door de smaak, kleur en geur dat hier iets niet goed gegaan is.
Daarnaast hebben we de doelbewuste terugkoppeling. Dit is een terugkoppeling die bewust gegeven wordt door iemand die jouw handelen heeft ervaren. Deze terugkoppeling is bedoeld om je te helpen in je leerproces, zodat je beter wordt in de kennis of vaardigheden die jij wilt leren (Hattie & Timperley, 2007; Wiggens, 2010; Wiggens, 2012).
De terugkoppeling over je fouten is belangrijk om van de fouten te kunnen leren. De terugkoppeling over fouten is zelfs de meest effectieve manier om te kunnen leren (Hattie, 2009). Hier zit echter gelijk ook de crux van het verhaal, want deze terugkoppeling brengt niet altijd positieve ervaringen mee.
Denk aan een negatieve terugkoppeling zoals deze:

“Ik heb het nog zo gezegd, nu doe je het weer fout! Zo gaat het natuurlijk nooit lukken. Heb je liggen slapen of zo!” 
Of  “Stop maar! Ik doe het zelf wel. Dan gaat het tenminste goed.”


Waar komt de angst voor fouten maken vandaan?
Het openstaan voor de terugkoppeling vraagt van een persoon dat hij zich kwetsbaar opstelt. Om je kwetsbaar op te kunnen stellen heb je een veilig klimaat nodig. Een omgeving waarin je ervaart dat je fouten mag maken en ervan mag leren.
Op het moment dat er verwijtend of afkeurend teruggekoppeld wordt op fouten, is de kans groot dat de ontvanger zich gekwetst voelt. De ontvanger zal zich dan afsluiten voor deze terugkoppeling en een beschermende houding aannemen (Brown, 2013).
In de huidige maatschappij zijn er veel organisaties en bedrijven die werknemers laten merken dat zij de prestaties van hun werknemers goed genoeg of juist onvoldoende vinden. Dit doen ze door bijvoorbeeld het maken van ranglijsten, becijferen of het geven van een prestatiebonus. Het komt zelfs bij teamprestaties voor dat een enkel teamlid wordt beloond, in plaats van de hele groep. Doordat de rest van het team niet wordt beloond, ervaren zij dat hun aandeel in de teamprestatie niet goed genoeg is geweest.
De bedrijven en organisaties bedoelen het niet verkeerd, maar toch gebruiken zij deze angst voor fouten. Ze gebruiken de angst en schaamte die mensen ervaren wanneer ze iets verkeerd doen, om zo de mensen te motiveren beter hun best te doen. Dit zorgt ervoor dat er geen veilig klimaat ervaren wordt binnen deze bedrijven (Brown, 2013).
Ook op school en thuis komen situaties voor, waarbij onbedoeld de angst om het minder goed te doen als stimulans gebruikt wordt bij leerlingen. Kijk maar eens goed om je heen. Misschien herken je dan zelf al situaties waarin gewerkt word met ranglijsten, becijferingen of een vorm van prestatiebonussen bij leerlingen, waarbij er nadrukkelijk gekeken wordt naar wie het meest bekwaam is. Of misschien ervaar je bij leerlingen onderling een strijd om wie het beste is. Deze situaties brengen schade toe aan het veilige klimaat waar we als leerkrachten en ouders zo hard aan werken.  

De gevolgen van de angst om fouten te maken
Ieder mens is anders. We verschillen in niveau, manier van leren en ieder mens heeft zijn eigen dromen en talenten. De een is cognitief sterker dan de ander, terwijl de ander weer beter is met het leggen van sociale contacten.
Maar er is geen mens ter wereld die alles goed doet. Er is geen mens ter wereld die nooit fouten maakt, thuis, op straat, op school of op het werk. En toch heeft het maken van fouten bij een groot deel van de mensen een negatieve lading. Een angst die veel mensen van jongs af aan al meegekregen hebben. Veel mensen, jong en oud, nemen daardoor een beschermende houding aan om zich te beschermen tegen de negatieve reacties op de dingen die zij verkeerd doen. Denk hierbij aan fouten ontkennen, risico’s uit de weg gaan, extreem perfectionistisch zijn of bij fouten in de verdediging gaan. Ook bij kinderen komt deze beschermende houding al voor.  

Hierbij zie ik kleuter Max voor me. Op school wordt hij tijdens de verplichte taken geconfronteerd met activiteiten waar hij moeite mee heeft, bijvoorbeeld knutselen. Tijdens deze activiteit zie ik vaak de frustratie op het gezicht van Max. Knippen is niet zijn sterkste kant. Het knippen gaat hem minder goed af dan zijn leeftijdsgenoten en dat is hij zich goed bewust. Max kiest daarom niet uit zichzelf voor knutselactiviteiten, maar doet ze vaak op de laatste dag van de week. Hij doet ze omdat het echt moet van de juf.
De moeder van Max vertelt tijdens een oudergesprek dat Max bang is om fouten te maken. “Hij is bang om te falen.” Het gevolg hiervan is dat hij daardoor uitdagende activiteiten uit de weg gaat en liever kiest voor de werkjes waarvan hij weet dat hij ze kan.
Het uit de weg gaan van moeilijke activiteiten zorgt ervoor dat Max weinig van de activiteiten leert. Max wordt niet beter in het knippen, omdat hij dit niet voldoende oefent en niet open staat om te leren van zijn fouten. Doordat Max kiest voor de veilige weg, belemmert hij zijn eigen ontwikkeling.

Een positieve houding ten opzichte van fouten
Als onderwijzers en ouders hebben wij een belangrijke taak om de leerlingen op een goede manier te leren omgaan met fouten. Door middel van onze houding ten opzichte van fouten, kunnen wij de leerlingen laten ervaren dat het om te kunnen leren, goed is om fouten te maken.
Het is voor zo’n houding belangrijk dat je als leerkracht of ouder bewust bent van het feit dat je zelf ook nog altijd fouten maakt. Laat leerlingen zien dat jij fouten maakt door de dingen die in de klas of thuis verkeerd gaan niet te ontkennen, maar juist te benoemen. Geef aan waar het mis is gegaan en welk gevoel je daarbij hebt. Vertel vervolgens hoe je dit nu gaat oplossen of hoe je dit de volgende keer aan wilt pakken, zodat het beter verloopt.
Met deze positieve houding ten opzichte van fouten, laat je aan de leerlingen zien dat het klimaat voor jou veilig genoeg is om fouten te maken en dat je het fouten maken niet erg vindt. Je gaat er immers van leren.
Jouw houding ten opzichte van fouten van de leerlingen, kun je laten ervaren door de wijze waarop je de leerling benadert, als zij merken dat zij fouten maken. Wanneer een leerling ervaart dat hij iets verkeerd doet, reageer dan bemoedigend. Koppel terug zonder een oordeel en vraag aan de leerling waarom hij denkt dat hij het verkeerd gedaan heeft. Vraag vervolgens wat het eindresultaat had moeten zijn; wat was het doel van de activiteit? Als laatste vraag je wat de leerling denkt dat hij had moeten doen of nu nog kan doen om dat eindresultaat te bereiken. Moedig vervolgens de leerling aan om deze oplossing uit te proberen. Maak de leerling hierbij duidelijk dat de kans bestaat dat het weer verkeerd gaat, maar dat het ook dan weer een kans is om ervan te leren.
Oftewel, blijf de leerling bemoedigen. Door te werken aan een veilige klimaat waarin leerlingen ervaren dat ze fouten mogen maken, leggen wij de basis voor de leerlingen om in de toekomst in staat zijn op een goede manier om te kunnen gaan met negatieve reacties, tegenslagen en het maken van fouten (Trilling & Fadel, 2009).

Hoe het afliep met Joost
Terug naar de situatie met Joost. Joost zit nog op zijn stoeltje met afhangende schouders. Hij kijkt mij nu beteuterd aan. Ik zie tranen opwellen in zijn ogen. Hij lijkt zich te schamen voor zijn fout. Ik glimlach naar Joost en zeg: “Goed zo, Joost! Dat is helemaal niet erg!”. Er verschijnt een verbaasde blik op het gezicht van Joost. “Jij hebt ontdekt dat je een fout gemaakt hebt. Dat is hartstikke goed. Jij hebt nu wat geleerd! Van fouten leer je.” Terwijl ik dit zeg, verandert de verbazing gestaag in een brede glimlach. De angst en schaamte van Joost voor zijn gemaakte fout verdwijnt als sneeuw voor de zon.


Bronnen:
Brown, B. (2013). De kracht van kwetsbaarheid. (10de druk). Utrecht: A.W. Bruna Uitgevers B.V.
Hattie, J. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement.           Londen: Routledge.
Hattie, J. & Timperly, H. (2007). The Power of Feedback. Verkregen op 8 juni, 2014, van http://education.qld.gov.au/staff/development/performance/resources/readings/power-feedback.pdf.
Trilling, B. & Fadel, C. (2009). 21st century skills, learning for life in our times. San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Wiggens, G. (2010). Feedback: How Learning Occurs. Verkregen op 25 augustus, 2015, van             http://www.authenticeducation.org/ae_bigideas/article.lasso?artId=61.
Wiggens, G. (2012). 7 Keys to effective feedback. Educational leadership, september 2012, 10-16. Verkregen op 8 juli, 2014, van http://www.ascd.org/publications/educational-leadership/sept12/vol70/num01/Seven-Keys-to-Effective-Feedback.aspx.

Anne-Minke is werkzaam bij Stichting Veilig Onderwijs. 

Artikel 9 


Pesten --- Wat is het probleem?
Regelmatig constateer ik dat discussies over pesten de gemoederen flink kunnen bezighouden.
De plotselinge gevoelens van angst en zelfs woede zijn een bewijs van de pijn en hulpeloosheid die velen voelen wanneer zij worden geconfronteerd met het probleem van pesten. En terecht. Pesten blijft een ernstig probleem in veel van onze scholen.
Mensen neigen vaak te denken in de richting van een van de twee kampen, soms beide, in het pestgesprek. Of ze richten zich op de betrokken individuen , het "slachtoffer" of de "pester" of richten zich op de omgeving, zoals de scholen.
Hoewel beide benaderingen noodzakelijk zijn denk ik dat het belangrijk om te wijzen op een zeer belangrijk onderscheid tussen de twee. Focussen op het slachtoffer of pester kan een bepaald incident opruimen, maar het doet niets aan de omgevingsfactor waarin het pesten heeft kunnen ontstaan dan wel pesten te voorkomen of te verhelpen. Dat betekent dat pesten weer zal gebeuren, en hoogstwaarschijnlijk ook op subtielere en vaak onopgemerkte manieren.
Onze scholen vertegenwoordigen nu eenmaal alle segmenten van onze samenleving. Het is dan ook triest om te moeten zeggen dat sommige mensen niet weten hoe ze hun kinderen passende sociale / emotionele vaardigheden bij moeten brengen. Dit soort kinderen zijn in onze scholen.
Dat pestgedrag verschijnt is soms niet verwonderlijk. Dat pestgedrag succesvol kan zijn, zelfs op een eerste poging is niet onvermijdelijk. Dat het kan blijven bestaan en een ding om te worden gevreesd door ieder kind, is onaanvaardbaar en ja, helemaal te vermijden. Onze scholen kunnen een cultuur van pesten, of een cultuur van respect bevorderen. Het bevorderen van een cultuur van respect gebeurt niet zomaar; het vergt bepaalde en consistente inspanning. Kinderen zullen handelen uit wat ze hebben geïnternaliseerd. Het is niet het moment, maar wat er gebeurt als reactie op het moment, wat het handelen van onze kinderen bepaalt.
Wanneer onze scholen niet zien wat er aan de hand is, omdat ze niet actief op zoek zijn , of niet  onmiddellijk en adequaat reageert op de gevolgen van pesten, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen geen sfeer van integratie en respect bevorderen, en dat betekent een bijdrage van tijd (en soms de wil) om het te maken, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen zich niet bewust zijn van het gedrag van pre-pesten, zoals sociaal isolement, en niet handelen om dit gedrag aan te pakken, dragen ze bij aan een pestcultuur.
Wanneer onze scholen niet duidelijk maken dat pesten ieders probleem is en zowel kinderen als volwassenen manieren leren bij te dragen aan een isolement en uitroeiing, dragen ze bij aan een pest cultuur.
Ja, we moeten onze kinderen de vele manieren waarop zij zich kunnen beschermen aanleren.
Maar het belangrijkste: we moeten ze aanleren, dat ze naar volwassenen kunnen komen voor hulp, en echte hulp kunnen verwachten wanneer er gepest wordt.

Ton Hesel

Artikel 10 

De sociale schoolveiligheid

Bent u als school en/of schoolbestuur ook op zoek naar goede handvatten om zorg te dragen voor de sociale veiligheid op uw school, om zo te voldoen aan de wettelijke verplichting?
Dan bent u bij Stichting Veilig Onderwijs (SVO) aan het juiste adres!

Wat kan Stichting Veilig Onderwijs voor u betekenen?
·         Wij Bieden u handvatten op maat om de sociale veiligheid op school te vergroten.
·         Is een betrouwbare en een onafhankelijke partij in het onderwijsveld.
·         Bieden maatwerk en heeft de creativiteit om samen de juiste oplossing te kunnen vinden in ieder sociaal probleem.
·         Heeft een professioneel team van mediators, counselors, externe vertrouwenspersonen en onderwijsprofessionals voor scholen, schoolbesturen, CJG’s, en het gezin.
·         Als Stichting met een ANBI-status zijn wij niet uit op commercieel gewin.

Dat maakt dat Stichting Veilig Onderwijs “de” juiste partner is om te voldoen aan de wet “sociale veiligheid op school”.

Immers van een sociale veilig schoolklimaat wordt iedereen gelukkig!
Daar gaan wij voor, u toch ook?

Maak dan geheel vrijblijvend een afspraak met ons, zodat wij samen kunnen bespreken wat voor uw school/instantie het beste van toepassing kan zijn.

Ons telefoonnummers is 0346-550655.
Wij vernemen graag van u.



Nolin Uitgevers werkt al jaren lang plezierig samen met Stichting Veiling Onderwijs! Voor meer informatie kunt u naar een van de volgende links gaan: 
 








Voor meer informatie bent u uiteraard ook van harte welkom bij Nolin Uitgevers in Hoogezand-Sappemeer. Nolin Uitgevers zit aan de Rembrandtlaan 5, 9601XA Hoogezand.  


7 opmerkingen:

  1. Een hele lap tekst, maar wel heel erg goed dat hier aandacht aan gegeven wordt.
    Alle (kleine en grote) dingetjes die mee kunnen helpen aan het terugdringen van pesten zijn meegenomen. Ga zo door met dit goede initiatief. TOP

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een mooi magazine met belangrijke info voor de kids.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Inderdaad een hele lap tekst, maar goed om te dit lezen dat dit allemaal gedaan wordt!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een heel mooi magazine ga zo door , vooral voor de kinderen

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Leuke reacties! Ga zo door stichting veilig onderwijs!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Kost even tijd om door te lezen, maar wel een prima artikel.

    BeantwoordenVerwijderen