Een
veiliger klimaat door een positieve houding ten opzichte van fouten
Door: Anne-Minke Hiemstra
“Juf, ik
heb het verkeerd gedaan!” De vierjarige kleuter Joost heeft zojuist ontdekt dat
hij een fout heeft gemaakt in zijn werk. Hij zit met afhangende schouders op
zijn stoeltje en kijkt mij ontdaan aan. Hij geeft mij het gevoel alsof voor hem
zojuist de wereld is vergaan.
Fouten
maken
Het is verwonderlijk om te zien hoe negatief
het maken van fouten door deze jongen wordt ervaren. Een gevoel dat met grote
regelmaat te zien is bij veel kinderen. Het maken van fouten lijkt bij hen aan
te voelen als een bestraffing. En dat terwijl het voor het kunnen leren van
belang is om fouten te maken. Je hoort niet voor niets regelmatig de
uitdrukking “Van fouten kun je leren.”
Het is daarom van goed om te weten hoe belangrijk
het maken van fouten is voor het leren van de leerling. Daarnaast is het goed
om te weten waar de angst voor het maken van fouten vandaan komt en welke
problemen dit veroorzaakt. Tot slot kijken we naar wat wij als volwassenen
kunnen doen om het maken van fouten tot een positieve ervaring te maken voor de
leerling.
Fouten
zijn belangrijk voor het leren
Leren doen we door deel te nemen aan
leeractiviteiten. We kiezen ervoor om deel te nemen aan deze leeractiviteiten,
omdat we nieuwe kennis en vaardigheden op willen of moeten doen. Deze leeractiviteiten
vinden overal plaats; thuis, op school, op het sportveld of op straat. Op het
moment dat je iets wilt kunnen wat je nog niet beheerst en je bereid bent om
daar wat voor te doen, sta je open voor nieuwe leeractiviteiten en kun je
leren.
Wanneer we deel nemen aan zo’n leeractiviteit, is
de kans groot dat er dingen verkeerd gaan en dat we fouten zullen maken. En dat
is bij leeractiviteiten juist goed.
We doen door het maken van deze fouten nieuwe
kennis op over hoe we een activiteit beter niet kunnen uitvoeren. Aan de hand
van deze ervaring kunnen we nieuwe ideeën opdoen over hoe we de activiteit op
een betere manier kunnen uitvoeren.
Wel is het hierbij van belang dat wij ons
bewust worden van de fouten die we maken. Worden we ons namelijk niet bewust
van wat er verkeerd gaat, dan gaat dit leermoment ongemerkt aan ons voorbij.
Bewust
worden van je fouten
Het bewust worden van onze fouten doen we door
de terugkoppeling die we daarop krijgen. Deze terugkoppeling kan spontaan zijn,
doordat we zien, horen, ruiken, proeven of voelen wat het resultaat is van onze
leeractiviteit. Denk aan het proeven van een aangebrand koekje. Je weet door de
smaak, kleur en geur dat hier iets niet goed gegaan is.
Daarnaast hebben we de doelbewuste
terugkoppeling. Dit is een terugkoppeling die bewust gegeven wordt door iemand
die jouw handelen heeft ervaren. Deze terugkoppeling is bedoeld om je te helpen
in je leerproces, zodat je beter wordt in de kennis of vaardigheden die jij
wilt leren (Hattie & Timperley, 2007; Wiggens, 2010; Wiggens, 2012).
De terugkoppeling over je fouten is belangrijk
om van de fouten te kunnen leren. De terugkoppeling over fouten is zelfs de
meest effectieve manier om te kunnen
leren (Hattie, 2009). Hier zit echter gelijk ook de crux van het verhaal, want
deze terugkoppeling brengt niet altijd positieve ervaringen mee.
Denk aan een negatieve terugkoppeling zoals
deze:
“Ik heb
het nog zo gezegd, nu doe je het weer fout! Zo gaat het natuurlijk nooit lukken.
Heb je liggen slapen of zo!”
Of “Stop maar! Ik doe het zelf wel. Dan gaat het
tenminste goed.”
Waar
komt de angst voor fouten maken vandaan?
Het openstaan voor de terugkoppeling vraagt van
een persoon dat hij zich kwetsbaar opstelt. Om je kwetsbaar op te kunnen
stellen heb je een veilig klimaat nodig. Een omgeving waarin je ervaart dat je
fouten mag maken en ervan mag leren.
Op het moment dat er verwijtend of afkeurend teruggekoppeld
wordt op fouten, is de kans groot dat de ontvanger zich gekwetst voelt. De
ontvanger zal zich dan afsluiten voor deze terugkoppeling en een beschermende
houding aannemen (Brown, 2013).
In de huidige maatschappij zijn er veel
organisaties en bedrijven die werknemers laten merken dat zij de prestaties van
hun werknemers goed genoeg of juist onvoldoende vinden. Dit doen ze door
bijvoorbeeld het maken van ranglijsten, becijferen of het geven van een
prestatiebonus. Het komt zelfs bij teamprestaties voor dat een enkel teamlid wordt
beloond, in plaats van de hele groep. Doordat de rest van het team niet wordt
beloond, ervaren zij dat hun aandeel in de teamprestatie niet goed genoeg is
geweest.
De
bedrijven en organisaties bedoelen het niet verkeerd, maar toch gebruiken zij
deze angst voor fouten. Ze gebruiken de angst en schaamte die mensen ervaren
wanneer ze iets verkeerd doen, om zo de mensen te motiveren beter hun best te
doen. Dit zorgt ervoor dat er geen veilig klimaat ervaren wordt binnen deze
bedrijven (Brown, 2013).
Ook op school en thuis komen situaties voor, waarbij
onbedoeld de angst om het minder goed te doen als stimulans gebruikt wordt bij leerlingen.
Kijk maar eens goed om je heen. Misschien herken je dan zelf al situaties
waarin gewerkt word met ranglijsten, becijferingen of een vorm van
prestatiebonussen bij leerlingen, waarbij er nadrukkelijk gekeken wordt naar
wie het meest bekwaam is. Of misschien ervaar je bij leerlingen onderling een
strijd om wie het beste is. Deze situaties brengen schade toe aan het veilige
klimaat waar we als leerkrachten en ouders zo hard aan werken.
De
gevolgen van de angst om fouten te maken
Ieder mens is anders. We verschillen in niveau,
manier van leren en ieder mens heeft zijn eigen dromen en talenten. De een is
cognitief sterker dan de ander, terwijl de ander weer beter is met het leggen
van sociale contacten.
Maar er is geen mens ter wereld die alles goed
doet. Er is geen mens ter wereld die nooit fouten maakt, thuis, op straat, op
school of op het werk. En toch heeft het maken van fouten bij een groot deel
van de mensen een negatieve lading. Een angst die veel mensen van jongs af aan
al meegekregen hebben. Veel mensen, jong en oud, nemen daardoor een
beschermende houding aan om zich te beschermen tegen de negatieve reacties op
de dingen die zij verkeerd doen. Denk hierbij aan fouten ontkennen, risico’s
uit de weg gaan, extreem perfectionistisch zijn of bij fouten in de verdediging
gaan. Ook bij kinderen komt deze beschermende houding al voor.
Hierbij
zie ik kleuter Max voor me. Op school wordt hij tijdens de verplichte taken
geconfronteerd met activiteiten waar hij moeite mee heeft, bijvoorbeeld
knutselen. Tijdens deze activiteit zie ik vaak de frustratie op het gezicht van
Max. Knippen is niet zijn sterkste kant. Het knippen gaat hem minder goed af
dan zijn leeftijdsgenoten en dat is hij zich goed bewust. Max kiest daarom niet
uit zichzelf voor knutselactiviteiten, maar doet ze vaak op de laatste dag van
de week. Hij doet ze omdat het echt moet van de juf.
De moeder
van Max vertelt tijdens een oudergesprek dat Max bang is om fouten te maken.
“Hij is bang om te falen.” Het gevolg hiervan is dat hij daardoor uitdagende
activiteiten uit de weg gaat en liever kiest voor de werkjes waarvan hij weet
dat hij ze kan.
Het uit de weg gaan van moeilijke activiteiten
zorgt ervoor dat Max weinig van de activiteiten leert. Max wordt niet beter in
het knippen, omdat hij dit niet voldoende oefent en niet open staat om te leren
van zijn fouten. Doordat Max kiest voor de veilige weg, belemmert hij zijn
eigen ontwikkeling.
Een
positieve houding ten opzichte van fouten
Als onderwijzers en ouders hebben wij een
belangrijke taak om de leerlingen op een goede manier te leren omgaan met
fouten. Door middel van onze houding ten opzichte van fouten, kunnen wij de leerlingen
laten ervaren dat het om te kunnen leren, goed is om fouten te maken.
Het is voor zo’n houding belangrijk dat je als
leerkracht of ouder bewust bent van het feit dat je zelf ook nog altijd fouten
maakt. Laat leerlingen zien dat jij fouten maakt door de dingen die in de klas
of thuis verkeerd gaan niet te ontkennen, maar juist te benoemen. Geef aan waar
het mis is gegaan en welk gevoel je daarbij hebt. Vertel vervolgens hoe je dit
nu gaat oplossen of hoe je dit de volgende keer aan wilt pakken, zodat het
beter verloopt.
Met deze positieve houding ten opzichte van
fouten, laat je aan de leerlingen zien dat het klimaat voor jou veilig genoeg
is om fouten te maken en dat je het fouten maken niet erg vindt. Je gaat er
immers van leren.
Jouw houding ten opzichte van fouten van de
leerlingen, kun je laten ervaren door de wijze waarop je de leerling benadert,
als zij merken dat zij fouten maken. Wanneer een leerling ervaart dat hij iets
verkeerd doet, reageer dan bemoedigend. Koppel terug zonder een oordeel en
vraag aan de leerling waarom hij denkt dat hij het verkeerd gedaan heeft. Vraag
vervolgens wat het eindresultaat had moeten zijn; wat was het doel van de
activiteit? Als laatste vraag je wat de leerling denkt dat hij had moeten doen
of nu nog kan doen om dat eindresultaat te bereiken. Moedig vervolgens de
leerling aan om deze oplossing uit te proberen. Maak de leerling hierbij
duidelijk dat de kans bestaat dat het weer verkeerd gaat, maar dat het ook dan
weer een kans is om ervan te leren.
Oftewel, blijf de leerling bemoedigen. Door te
werken aan een veilige klimaat waarin leerlingen ervaren dat ze fouten mogen
maken, leggen wij de basis voor de leerlingen om in de toekomst in staat zijn op
een goede manier om te kunnen gaan met negatieve reacties, tegenslagen en het
maken van fouten (Trilling & Fadel, 2009).
Hoe het
afliep met Joost
Terug
naar de situatie met Joost. Joost zit nog op zijn stoeltje met afhangende
schouders. Hij kijkt mij nu beteuterd aan. Ik zie tranen opwellen in zijn ogen.
Hij lijkt zich te schamen voor zijn fout. Ik glimlach naar Joost en zeg: “Goed
zo, Joost! Dat is helemaal niet erg!”. Er verschijnt een verbaasde blik op het
gezicht van Joost. “Jij hebt ontdekt dat je een fout gemaakt hebt. Dat is
hartstikke goed. Jij hebt nu wat geleerd! Van fouten leer je.” Terwijl ik dit
zeg, verandert de verbazing gestaag in een brede glimlach. De angst en schaamte
van Joost voor zijn gemaakte fout verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Bronnen:
Brown, B. (2013). De kracht van kwetsbaarheid. (10de druk). Utrecht: A.W.
Bruna Uitgevers B.V.
Hattie, J. (2009). Visible learning: A synthesis of over 800 meta-analyses relating to
achievement. Londen: Routledge.
Hattie, J. & Timperly, H. (2007). The Power of Feedback. Verkregen op 8
juni, 2014, van http://education.qld.gov.au/staff/development/performance/resources/readings/power-feedback.pdf.
Trilling, B. & Fadel, C. (2009). 21st century skills, learning for life in
our times. San Francisco, CA: Jossey-Bass.
Wiggens,
G. (2010). Feedback: How Learning Occurs.
Verkregen op 25 augustus, 2015, van http://www.authenticeducation.org/ae_bigideas/article.lasso?artId=61.
Wiggens, G. (2012). 7 Keys to effective
feedback. Educational leadership,
september 2012, 10-16. Verkregen op 8 juli, 2014, van http://www.ascd.org/publications/educational-leadership/sept12/vol70/num01/Seven-Keys-to-Effective-Feedback.aspx.
Anne-Minke is werkzaam bij Stichting Veilig
Onderwijs.
Dit artikel is gepubliceerd in het magazine van Stichting Veilig Onderwijs en uitgegeven door uitgeverij Nolin Uitgevers B.V. in het eerste kwartaal van 2016. Wilt u alsnog het magazine ontvangen? U kunt deze geheel kosteloos aanvragen bij uitgeverij Nolin Uitgevers B.V. De contactgegevens zijn te vinden op http://www.nolin-binnenhofprojecten.nl/contact/
Dit artikel is gepubliceerd in het magazine van Stichting Veilig Onderwijs en uitgegeven door uitgeverij Nolin Uitgevers B.V. in het eerste kwartaal van 2016. Wilt u alsnog het magazine ontvangen? U kunt deze geheel kosteloos aanvragen bij uitgeverij Nolin Uitgevers B.V. De contactgegevens zijn te vinden op
Erg interessant en boeiend artikel om te lezen! Leuk om te zien dat artikelen van Stichting Veilig Onderwijs ook via dit medium naar voren komen. Zou mooi als zijn hier vaker artikelen van Stichting Veilig Onderwijs gepubliceerd kunnen worden. Is dat mogelijk?
BeantwoordenVerwijderen